Auteur: Han Heilig
Begrip voor de meerwaarde van jong en oud is een belangrijke basis voor een betere onderlinge samenwerking. Die uitspraak is een waarheid als een koe. Toch is het in onze samenleving geen vanzelfsprekendheid dat verschillende generaties elkaar ook daadwerkelijk spontaan tegemoet treden. Samen compassie ontwikkelen om als een hechte gemeenschap de toekomst in te gaan. Jammer want het koppelen van jong en oud biedt onbegrensde mogelijkheden. Tijdens bijeenkomsten klonten gelijkgestemde senioren vaak samen als een exclusief old boys network, terwijl jongeren met hun toekomstdromen en eigentijdse denkbeelden steun zoeken bij elkaar.
Neem de jonge generatie die werkzaam is bij één van de 450 leden van IRO en zich heel graag wil gaan profileren. Ook zij worstelt met de in de introductie beschreven problematiek. Ook zij wil leren van de feedback en ervaring van de oudere generatie. Ook zij wil investeren in haar vaardigheden. In haar competenties. Maar ook voor die offshore 30-minners is het vinden van aansluiting bij de gevestigde orde geen gemakkelijke opgave. Recent hebben zij daarom zelf het heft in eigen hand genomen en Young IRO opgericht. Absoluut niet om zich uit frustratie af te zetten tegen ‘old’ IRO, maar wel om de boodschap over te brengen dat door een samenwerking tussen verschillende generaties er voor alle betrokkenen nieuwe kansen ontstaan.
Spontaan
In een gezellige koffiebar bij het Centraal Station in Rotterdam sprak redacteur Han Heilig met Jiska Bazuin (Vice-Chairman) en Amanda Mackintosh (Member Officer) over het ontstaan van Young IRO. Amanda: “Tot op heden zijn jongeren binnen IRO altijd in de minderheid geweest. Onderling weten zij elkaar goed te vinden, maar het mengen met de oude garde blijkt niet altijd voor iedereen even gemakkelijk. Daarbij komt dat ook de aanwas van de groep jongeren binnen IRO behoorlijk stagneerde. Er kwamen geen nieuwe gezichten bij en dat voelde gewoon niet lekker. Mede omdat juist nu onze industrie jonge mensen zo hard nodig heeft. Om dat gevoel de kop in te drukken, is een aantal maanden geleden heel spontaan en petit comité het idee gelanceerd om Young IRO op te richten. Niet alleen om de contacten met de oudere generatie te realiseren, maar vooral ook om veel meer jongeren te interesseren voor het fenomeen IRO. Als ‘founders’ van Young IRO zijn we intensief gaan brainstormen en is een bestuur samengesteld. Vervolgens hebben wij onze plannen bij het bestuur van ‘old’ IRO aangekaart.”
Kenmerken
Waar zit dan die toegevoegde waarde voor zowel jong als oud? Over de rand van respectievelijk een kopje cappuccino en een espresso kijken Amanda en Jiska elkaar even diep in de ogen. Ga jij die 65-jarige journalist even haarfijn uitleggen hoe het precies zit of zal ik het doen? Jiska Bazuin trapt af: “Jonge mensen zijn per definitie technologiefans. Zij zijn snel, leergierig, durven te experimenteren en zijn gewend te werken in teams. Veel meer dan voorgaande generaties zijn wij ook bewust betrokken bij allerlei maatschappelijke doelen. Zeker als het om de gezondheid van mens en milieu gaat. Bovendien zijn wij veranderingsgezind en werken graag samen met de generatie boven ons om aan de doelstellingen van de toekomst te kunnen voldoen. Juist omdat die generatie een ruim aanbod aan kwaliteiten hebben. Wij zijn ons daar heel bewust van. Ouderen hebben een breed netwerk, mensenkennis, ervaring, opgebouwde management skills en commercieel inzicht. Daarnaast zijn zij – meer dan wij – stressbestendig. Stuk voor stuk kenmerken die onmisbaar zijn. Niet alleen in het bedrijfsleven maar zeker ook binnen een belangenorganisatie zoals IRO. Het is toch prachtig als wij jongeren worden ondersteund in onze persoonlijke groei en talentontwikkeling, terwijl wij op onze beurt ouderen beter kunnen laten functioneren door ze ‘out of the box’ naar vraagstukken te laten kijken, problemen interdisciplinair op te pakken of door gebruik te maken van moderne communicatiemiddelen zoals blogs en vlogs. Kennisoverdracht. Daar gaat het om. Mensen vormen het hart van elke organisatie, dus het is van groot belang te blijven werken aan de persoonlijke ontwikkeling en effectiviteit van alle werknemers. Jong en oud.” Trots blikt Amanda naar haar collega. Ze zwijgt, maar ik zie haar denken: ‘dat heb je prachtig verwoord. Daar is geen speld tussen te krijgen.’
Enthousiast
Om de stilte te verbreken bestel ik nog een rondje koffie. Vervolgens licht Amanda toe wie zich op persoonlijke titel als lid kunnen inschrijven bij Young IRO. “In de eerste plaats moet je werkzaam zijn bij een bedrijf dat IRO-lid is. Je mag niet ouder zijn dan 35 jaar met eventueel een dispensatie tot 40. Wij zoeken vooral enthousiaste mensen. Het maakt niet uit of je een verkoop- of inkoopfunctie hebt, finance hebt gestudeerd, ingenieur bent of actief bent op het gebied van R&D. Als iemand zich persoonlijk verder wil ontwikkelen en in contact wilt komen met andere jonge professionals of met vertegenwoordigers van een oudere generatie, dan kan die man of vrouw zich aanmelden. Functie maakt dus absoluut niet uit. Precies daar zit ook het verschil met de ‘oude’ IRO-organisatie. Het zijn in de meeste gevallen of directieleden of verkopers die het netwerk onderhouden. Jonge engineers die meedenken over de ontwikkeling van toekomstige zaken binnen bedrijven kom je niet of nauwelijks tegen. Wij willen dat ‘old boys network’ doorbreken. Iedereen is welkom. Maar, ik herhaal, je moet het wel leuk vinden om mee te denken. Je moet ambitieus zijn en bereid zijn te willen investeren in je eigen ontwikkeling. Overigens hebben zich na de launch van Young IRO op 10 oktober van dit jaar reeds ruim 200 jonge professionals aangemeld. Mannen en vrouwen. Werkzaam bij grote en kleine toeleveranciers. Het gaat supersnel en illustreert overduidelijk dat er wel degelijk behoefte is aan Young IRO. Ons idee wordt goed ontvangen. Jongeren, maar ook ouderen, geloven in de kracht van Young IRO. Dat werkt heel inspirerend.”
Positief
Hoe denkt het huidige IRO-bestuur trouwens over Young IRO? Ondersteunt zij deze aanzet tot verandering vanuit de jonge garde zelf? Beide dames knikken bevestigend. Zij zijn blij met de positieve signalen die het huidige bestuur heeft afgegeven. Jiska: “Eigenlijk alle bestuursleden zien in dat het noodzakelijk is om jongeren veel meer bij toekomst van de toeleveringsindustrie aan de olie, gas en renewable sector te betrekken. De heren staan dan ook welgemeend open voor ons initiatief. Zij zijn zich ervan doordrongen dat er een frisse wind moet gaan waaien. Alle lof voor het huidige bestuur want zij doet goed werk, maar als er straks nieuwe bestuursleden moeten worden benoemd, dan zullen dat toch jonge mensen moeten zijn die beschikken over de juiste affiniteit met IRO.”
Afspiegeling
Amanda vervolgt: “In dat kader moet een organisatie aantonen over zelfreflectie te beschikken. Wil IRO belangrijk blijven voor de industrie dan moet zij een afspiegeling zijn van haar eigen achterban. Dat beeld klopt nu niet helemaal omdat er vrijwel geen aanwas van nieuwe gezichten is geweest de afgelopen jaren. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Daar gaan het oude en jonge IRO hard aan werken. Op basis van goed en open overleg. Samen staan we sterk. Wij achten het heel waardevol om hand in hand met de oudere garde te werken aan een perspectiefvolle toekomst. Zij hebben hun ervaring en wij hebben onze eigentijdse visie.”
Een aantal bestuursleden van Young IRO heeft in aanvang gesprekken gevoerd met mensen op het IRO- kantoor. Jiska: “Daarnaast hebben wij heel veel hulp gehad van Jan Willem van de Graaf van Seaway Heavy Lifting. Als afgevaardigde van het huidige IRO bestuur heeft hij ons vanaf het begin met raad en daad bijgestaan bij de opzet van Young IRO. Hij is onze mentor geweest. En daar zijn wij hem uiterst dankbaar voor.”
Platform
Amanda vervolgt: “We willen van Young IRO een bruisende club maken, waarbij je op een laagdrempelige manier kan deelnemen aan activiteiten die variëren van discussieavonden met prominente sprekers tot excursies of levendige bijeenkomsten waar je onderling ideeën kunt uitwisselen. Onze basisgedachte is jongeren een hoog niveau platform te bieden voor het leggen van onderlinge contacten en het koppelen van de senioren aan de junioren. Wij willen vriendschappen smeden, elkaar helpen en elkaar inspireren. Daarnaast gaan we IRO-leden aanmoedigen om jongeren die ruimte te geven om elkaar te kunnen ontmoeten. Zij moeten zich met elkaar kunnen identificeren. Het is goed als jongeren niet alleen hun eigen organisatie goed kennen maar ook de wereld eromheen. De jonge generatie kiest niet zozeer voor een bedrijf maar voor een industrie waarin ze graag willen werken. Dat is een bewuste keuze. Zij vinden het interessant om uitdagingen aan te gaan en een breed internationaal netwerk op te zetten. Om op een redelijk informele wijze mensen van verschillende disciplines te ontmoeten.”
Digitalisering
De boodschap van de dames is duidelijk. Bedrijven moeten, veel meer dan voorheen, de bereidheid tonen om junioren aan de hand van senioren naar intelligence events te sturen. Bijvoorbeeld over duurzame energie. Jonge honden slapende houden, levert niets op. Zij moeten juist gemotiveerd worden. Ze moeten de mogelijkheid krijgen hun geest te verrijken. Daarbij kan oud straks jong coachen. Of wellicht zelfs andersom. Het is een beetje de wereld op zijn kop zetten maar het is absoluut een feit dat op bepaalde vlakken jongeren nu eenmaal een voorsprong hebben. Lees beter zijn. Denk hierbij aan het gebruik van social media of het communiceren via een what’s app groep. Jongeren zijn digital natives en communiceren nu eenmaal graag via een beeldschermpje. Lekker toegankelijk, makkelijk en er kan direct geschakeld worden. Voor hen is digitalisering heel normaal en zij beseffen beter dan wie ook dat die digitalisering een essentieel onderdeel zal zijn van de industrie van morgen.
In het persbericht bij de lancering van Young IRO staat het woord future proof. Wanneer ben je future proof? Amanda tot slot: “Toen Jiska en ik de olie en gas industrie instapten was het voor beiden niet een bewuste keuze. Wij zijn er ingerold en waren, toen we begonnen, echt niet bezig met de toekomst van deze industrie. Iemand die nu instapt vraagt zich wel degelijk af of hij of zij de juiste keuze neemt. Wil ik wel verbonden zijn met een industrie waarvan het imago niet alleen maar positief is? Hoe duurzaam is die industrie eigenlijk? Wat de offshore industrie nodig heeft zijn mensen die het, met het oog op de energietransitie, uitdagend vinden om te veranderen, om te innoveren en vooral om samen te werken. De focus ligt allang niet meer alleen op olie en gas. Bijna negentig procent van alle IRO-leden levert tegenwoordig ook aan de windsector. Elke dag brengt weer een interessante uitdaging. Zeker op dit moment is de offshore industrie zeer dynamisch. Zij is misschien niet direct romantisch, maar wel degelijk aantrekkelijk!”
[ssba-buttons]